Pacemaker plaatsen

Print

U heeft last van een bepaalde hartritmestoornis en komt daarom in aanmerking voor plaatsing van een pacemaker. Dit is een klein apparaatje waarmee het hartritme bewaakt en bestuurd wordt. Voor de behandeling wordt u op de dag van de ingreep opgenomen. Als u bepaalde bloedverdunnende medicijnen gebruikt kan het zijn dat u één dag voor de ingreep al wordt opgenomen.

Als u al een pacemaker heeft, hoeft meestal alleen de box vervangen te worden. Wanneer er geen complicaties optreden kan het zijn dat u ’s avonds weer naar huis mag.

Voorbereiding thuis 

Wanneer de ingreep in de ochtend zal plaatsvinden, moet u vanaf 00.00 uur nuchter blijven. Wanneer de ingreep in de middag zal plaatsvinden, moet u na het ontbijt nuchter blijven.

U mag uw medicijnen, met uitzondering van bepaalde bloedverdunners en plastabletten innemen zoals u gewend bent.

Bloedverdunners

• Carbasalaatcalcium (Ascal), Acetosal, Aspirine moet u in blijven nemen.
• Het gebruik van de volgende bloedverdunnende middelen (antistolling) zal tijdelijk gestaakt moeten worden:
  • marcoumar/fenprocoumon, plavix/clopidogrel, prasugrel/efient, ticagrelor/brilique 5 dagen voor de ingreep niet meer innemen.
  • sintrommitis/acenocoumarol, 2 dagen voor de ingreep niet meer innemen.
  • dabigatran/pradaxa, rivaroxaban/xarelto, apixaban/eliquis en edoxaban/lixiana 2 dagen voor de ingreep niet meer innemen.

Plastabletten

U mag de ochtendtablet pas innemen na het onderzoek.

Indien u diabetespatiënt bent dient mogelijk uw medicatie aangepast te worden. De arts of verpleger/verpleegkundige informeert u hierover.

Na de ingreep blijft u nog één dag in het ziekenhuis. Het is daarom verstandig om de onderstaande zaken mee te brengen:

• de medicijnen die u gebruikt;
• uw toiletbenodigdheden;
• eventueel uw ochtendjas en eigen lectuur.

Het is verstandig om sieraden thuis te laten. Deze mogen tijdens de ingreep niet gedragen worden en zo voorkomt u het verlies hiervan.

Vergeet bij uw komst naar het ziekenhuis de medicijnen niet die u gebruikt.

In het ziekenhuis

Meld u bij de balie in de centrale hal van het ziekenhuis. U krijgt daar te horen op welke verpleegafdeling u wordt verwacht. Meldt u zich vervolgens aan de balie van de verpleegafdeling.

Voorbereiding van het onderzoek

Bij gebruik van bloedverdunnende middelen, die u een aantal dagen voorafgaand aan het onderzoek niet heeft ingenomen (zie ‘voorbereiding thuis’), wordt er ter controle bloed afgenomen.

Indien nodig wordt de huid rondom de inbrengplaats van de pacemaker geschoren .

Er wordt een infuusnaaldje ingebracht waardoor antibioticum gegeven wordt, dit ter voorkoming van infectie. De eerste dosis antibioticum krijgt u vóór de ingreep op de verpleegafdeling.

Indien u het prettig vindt, mag u vragen naar een rustgevend tabletje voorafgaand aan de ingreep.

Voor de ingreep wordt u met het bed naar de katheterisatiekamer gebracht. De hartfunctielaborant(e) vraagt u om op de onderzoekstafel te gaan liggen. Rondom ziet u allerlei röntgen- en registratieapparatuur. Er worden plakkers op uw borst geplakt (ECGelektrodes) en de bewakingsapparatuur wordt aangesloten. Ondertussen worden de benodigde materialen klaar gelegd.

De ingreep

U wordt afgedekt met steriele doeken. Alleen de plaats waar de pacemaker komt is nog vrij. Deze plaats wordt gedesinfecteerd en plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt er een incisie (sneetje) in de huid gemaakt van ongeveer vier cm. De huid wordt losgemaakt om ruimte te maken voor de pacemaker. Er wordt een ader onder uw sleutelbeen aangeprikt om de pacemakerdraden naar uw hart te brengen. De pacemakerdraden worden op de juist plek in het hart gelegd. Dit wordt gecontroleerd met behulp van röntgenapparatuur. Dit moet zeer precies gebeuren. Daarom kan dit soms wat langer duren. De draden worden in uw hart vastgezet. De pacemaker wordt vervolgens hierop aangesloten. Nadat de pacemaker gecontroleerd is, wordt de wond dichtgemaakt met meerdere lagen oplosbare hechtingen. 

Duur van de ingreep

De ingreep duurt één à twee uur. Het is belangrijk dat u goed stil ligt tijdens de behandeling. Mocht dit een probleem voor u zijn, geef dit dan tijdig aan!

Na de ingreep

Op de afdeling wordt u aangesloten aan een telemetrie apparaatje dat uw hartritme registreert. Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Telemetrie-registratie’. De bloeddruk en wond worden regelmatig gecontroleerd. U mag uw arm aan de zijde van de pacemakerimplantatie/vervanging niet hoger tillen dan schouderhoogte. U mag weer gewoon eten en drinken. Er wordt twee uur na de ingreep en de volgende ochtend antibioticum toegediend ter voorkoming van infectie.

Een dag na de ingreep wordt de pacemaker nogmaals gecontroleerd en worden er een ECG (hartfilmpje) en longfoto gemaakt. Wanneer de controles goed zijn, wordt het infuusnaaldje verwijderd en mag u naar huis. De uitslag van de ingreep krijgt u van de cardioloog op de afdeling. U krijgt een polikliniekafspraak voor controle bij uw behandelend arts mee.

Wanneer u marcoumar/fenoprocoumon, sintrommitis/ acenocoumarol, plavix/clopidogrel, efient/prasugrel, ticagrelor/brilique, dabigatran/pradaxa, rivaroxaban/xarelto, edoxaban/lixiana of apixaban/eliquis gebruikt mag u deze één dag na de ingreep weer innemen.

Gedurende de eerste week mag u:

• niet in bad gaan, douchen mag wel

Gedurende de eerste 2 weken mag u:

• de arm, aan de kant waar de pacemaker ingebracht is, niet hoger dan de schouder tillen; 
• niet zwaar tillen.

Tot slot

Mocht u, om wat voor reden dan ook, verhinderd zijn, geef dit dan zo spoedig mogelijk door aan de afdeling opname en planning. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek cardiologie.

---