Desensibilisatie voor grassen, bomen of huisstof - Alutard

Het doel van desensibilisatietherapie of immunotherapie is om de ernst en duur van de allergische klachten te verminderen. De behandeling bestaat uit een injectiekuur met de stof die de klachten (allergie) veroorzaakt. In deze folder leest u meer over de behandeling. 

Desensibilisatie

De behandeling is erop gericht het eigen afweersysteem zo te beïnvloeden, dat de allergie afneemt en/of verdwijnt. U krijgt een injectie met de stof die de allergie veroorzaakt (allergeen). Deze behandeling duurt over het algemeen drie tot vijf jaar. Soms blijft naast de injectiekuur aanvullende behandeling met geneesmiddelen nodig.

De injectiekuur 

De injectiekuur bestaat uit twee fasen: 

• de instelfase; 
• de onderhoudsfase. 

Er zijn 2 instelschema’s, een korte van 7 weken en een langere van 15 weken. Bij voorkeur werken wij met een schema van 7 weken. Soms kiest de longarts voor de langzamere opbouw van 15 weken. Bij de instelfase wordt er elke week een injectie toegediend. De hoeveelheid allergeen wordt wekelijks opgehoogd, totdat het maximum wordt bereikt.

Bij het 7 wekelijkse schema wordt het interval tussen bezoek 7 en 8 twee weken, tussen bezoek 8 en 9 vier weken en tussen bezoek 9 en 10 vijf weken. Volgende injecties worden elke 5 weken toegediend gedurende 3 tot 5 jaar.

Bij het 15 wekelijkse schema wordt het interval tussen bezoek 15 en 16 twee weken, tussen bezoek 16 en 17 is dat vier weken en tussen bezoek 17 en 18 is dat vijf weken. Volgende injecties worden elke 5 weken toegediend gedurende 3 tot 5 jaar.

De onderhoudsfase kunt u over het algemeen bij uw eigen huisarts laten verrichten.  

Belangrijk:
Na het toedienen van de injectie moet u de rest van de dag zware lichamelijke inspanning (onder andere sporten) vermijden. 

Ziekte en zwangerschap

• Als u zwanger bent moet u dit aan de arts/longfunctieanalist doorgeven. Bij de instelfase moet de kuur gestopt worden. De injecties in de onderhoudsfase kunnen in principe gewoon doorgaan.
• Bij flinke verkoudheden, ziekten met koorts en of vaccinaties (bijvoorbeeld de griepprik) moet de injectie minsten 1 week worden uitgesteld. Ook kan een vaccinatie niet eerder dan 1 week na de allergeen-injectie worden gegeven. 

Bijwerkingen

Soms komt op de plaats van de injectie een jeukende zwelling en roodheid voor, die in de loop van enkele dagen weer verdwijnt. Meestal is dit alleen hinderlijk en niet ernstig. Een algemene allergische reactie met overal jeuk, jeukende ogen, niezen, kortademigheid en (uiterst zeldzaam) bloeddrukdaling komt sporadisch voor en moet zoveel mogelijk voorkomen worden. 

Zodra u merkt dat u klachten krijgt of wanneer u zich niet lekker gaat voelen, moet u dat direct aan de arts of longfunctieanalist melden. Deze reactie komt in de meeste gevallen binnen een half uur na de injectie en daarom moet u ook een half uur blijven wachten. 

Belangrijk: 
Blijf altijd minstens 30 minuten na de injectie wachten. Dit geldt voor de gehele duur van de kuur!

Zelden komt een reactie na enkele uren. Mocht dit wel zo zijn, neem dan contact op met de arts/longfunctieanalist of de dichtstbijzijnde huisarts. Na een algemene reactie moet altijd worden nagegaan wat de mogelijke oorzaak is geweest. Daarna wordt besproken wat de verdere behandeling zal zijn. 

Bekijk voor meer informatie de folder Desensibilisatie - aandachtspunten

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Longgeneeskunde.