logo

Behandeling met SGLT2- remmer



Uw behandelaar heeft u één van onderstaande SGLT2 - remmers voorgeschreven. In deze folder leest u meer over de werking en de bijwerkingen van dit medicijn.

Verschillende SGLT2 - remmers

  • Dapagliflozine (Forxiga)
  • Empagliflozine (Jardiance)
  • Canagliflozine (Invokana) 

Werking SGLT2 - remmer 

Dit medicijn bevordert de uitscheiding van glucose (suiker), vocht en zouten door de nieren in de urine.

Voordelen

  • Beter ingestelde diabetes (daling van de bloedglucose en het HbA1c), eventueel is aanpassing van huidige diabetes-medicatie nodig.
  • Daling van de bloeddruk.
  • Op langere termijn geeft dit middel minder hart-, vaatziekten en minder nierfalen.
  • Mogelijk gewichtsverlies (gemiddeld tussen 1.5 en 2.0 kg).

Mogelijke bijwerkingen 

  • Schimmelinfecties van de vagina of penis
  • Blaasontsteking
  • Vaker moeten plassen
  • Misselijkheid
  • Obstipatie
  • Uitdroging 
  • Diabetische ketoacidose: ernstig maar zelden (zie hieronder) 

Diabetische ketoacidose

Diabetische ketoacidose is een zeer zeldzame (enkele patiënten per 10.000), maar ernstige bijwerking. Door verandering in de gevoeligheid van het lichaam voor suiker en insuline door de SGLT2-remmer, kan het bloed zuur worden, ook bij een normale bloedglucose. Het komt meestal voor als u niet of minder kunt eten of drinken dan normaal, om welke reden dan ook. Bijvoorbeeld omdat u ziek bent of omdat u nuchter moet zijn voor een onderzoek of operatie. 

Symptomen

  • Misselijkheid en/of braken
  • Buikpijn
  • Geen eetlust
  • Extreme vermoeidheid, niet fit zijn
  • Snelle ademhaling, gevoel van kortademigheid
  • Veel dorst / uitdrogingsverschijnselen: minder plassen, suf, duizelig, gevoel flauw te vallen, verwardheid
  • Duizeligheid 

Wat te doen

  • Het middel niet meer innemen.
  • Zoek medische hulp en vertel dat u een SGLT2- remmer gebruikt.

Problemen voorkomen

Belangrijk! Geef bij iedere arts bij wie u onder behandeling bent aan, dat u dit middel gebruikt. 

Let ook op het volgende:

  • Houd de schaamstreek goed schoon.
  • Meet de bloeddruk in de eerste weken na start van de medicatie.
  • Stop (tijdelijk) met dit middel indien:
    • U langere tijd niet of minder kunt eten/drinken.
    • U ziek bent, met daarbij koorts of uitdroging (overleg ook met uw arts over de 'plasmedicatie').
  • Blijf voldoende drinken om uitdroging te voorkomen.
  • Start alleen met een koolhydraatarm dieet ná overleg met uw behandelaar. (Minimaal 70 gram koolhydraten/dag)
  • Gebruik geen ketogeen dieet.
  • Maak een afspraak bij uw huisarts en stop met dit geneesmiddel bij:
    • een wond(je) aan de voet, dat niet geneest
    • pijn, roodheid of zwelling in de schaamstreek in combinatie met koorts.
  • Uw behandelaar controleert met regelmaat uw nierfunctie.
  • Overleg met uw behandelaar wanneer u weer mag starten met dit middel als u om wat voor reden dan ook gestopt bent. 

Tot slot 

Overleg met uw behandelend arts of verpleegkundige bij ziekte, bijwerkingen of als u vragen heeft over het gebruik van deze middelen. U kunt contact opnemen tijdens het telefonisch spreekuur maandag t/m vrijdag van: 

  • 08.30 – 09.00 uur
  • 13.30 – 14.00 uur

Contact


Stel uw vraag via BeterDichtbij: www.elkerliek.nl/beterdichtbij


Polikliniek Interne geneeskunde

Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 59

Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 19

Diabetes verpleegkundige

T: 0492 – 59 59 71
E: dvk@elkerliek.nl 


© 2025 Elkerliek ziekenhuis
INT-52544
Laatst bewerkt: 6-8-2025