Actueel



Vroegtijdige opsporing verkleint kans op hartschade door kankermedicijnen

4 februari 2021

Wereldkankerdag

Veel kankerpatiënten krijgen voor hun behandeling ‘cytostatica’ toegediend: medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen kunnen impact hebben op de pompfunctie van het hart, met de kans op hartschade op lange termijn. Voor borstkankerpatiënten die in het Elkerliek ziekenhuis behandeld worden met zogenaamde doelgerichte therapie, kan dit risico op hartfalen aanzienlijk verkleind worden. Dit is te danken aan een andere manier van samenwerken tussen de afdelingen oncologie en cardiologie, en het gebruik van de nieuwste meettechnieken. Hiermee wordt hartschade eerder opgespoord en kan eerder worden ingegrepen.

Jeroen Vincent, internist hematoloog-oncoloog: “Deze behandelingen geven we om de kans op genezing te vergroten of om, bij uitzaaiingen, het verloop van de ziekte stil te zetten. Het is natuurlijk bijzonder onaangenaam als dan blijkt dat er juist door de behandeling schade is ontstaan. We monitoren patiënten daarom in een zo vroeg mogelijk stadium zodat eventuele schade nog te herstellen is.

Niet altijd klachten
Omdat hartschade niet altijd klachten geeft, merken patiënten dit zelf in veel gevallen niet (direct) op. Daarom controleren de oncologen en cardiologen tijdens de behandeling met cytostatica actief de pompfunctie van het hart. Jeroen Lammers, cardioloog: “Hartschade geeft vaak pas in een laat stadium klachten, waardoor er soms onomkeerbare hartschade is ontstaan. Door middel van een nieuwe echocardiografische meetmethode kan al in een vroeger stadium worden geconstateerd dat de pompfunctie dreigt te verminderen. Veel vroeger dan met de huidige scantechniek. Bovendien is de echo minder ingrijpend voor de patiënt, neemt deze minder tijd in beslag en bovenal betreft het geen schadelijke röntgenstraling.

Patiënten krijgen iedere drie maanden een echo van het hart. Als er afwijkingen worden gezien, dan kan direct worden ingegrepen door de behandeling even uit te stellen of door vroegtijdig te starten met medicatie die verdere achteruitgang van de pompfunctie voorkomt. Hiermee kan de hartspier zich weer (volledig) herstellen. De kans op hartschade tot 10 jaar na de behandeling wordt hiermee aanzienlijk verkleind.

Intensieve samenwerking
Het monitoren van de pompfunctie van het hart tijdens de behandeling wordt door meerdere ziekenhuizen gedaan. Wat nieuw is, is het multidisciplinair overleg tussen de oncologen en cardiologen van het Elkerliek ziekenhuis en het gebruik van de nieuwste echocardiografische meettechnieken. Door deze nieuwe en intensieve samenwerking kunnen we hartfalen eerder opsporen en beter monitoren. Het Elkerliek ziekenhuis breidt deze verbeterde werkwijze dan ook uit naar andere patiëntgroepen.

Meer nieuws