Eerste kerstdag



1 januari 0001

Eerste kerstdag.

Op de 1-persoonskamer lig je in de isolatie vanwege lage weerstand bij de chemo.  Een jonge vrouw van midden dertig. De kanker zorgt er voor dat je niet lang meer te leven hebt en de palliatieve chemo maakt je op dit moment alleen maar zieker. Door twee deuren ben je “afgesloten” van de buitenwereld. Je hoort niets van wat er gebeurd op de afdeling en bent afhankelijk van degene die binnenkomt voor wat afleiding. Wetend dat dit waarschijnlijk je laatste kerst is, maakt het je verdrietig. Degene die binnen komen kleden zich om in aparte kleding, niets feestelijks aan. Ik bedenk me hoe ik het toch bijzonder kan maken voor je en ineens weet ik het. Om negen uur komen ze op de afdeling. Ik vraag ze of ze me willen helpen en ga vervolgens naar je toe. Het verdriet staat op je gezicht. “Kom”, zeg ik, “ik heb een verrassing voor je.” Ik verbouw de kamer zo dat ik je bed voor de deur met daarin het raam kan zetten. En dan gaat de tweede deur open.  Daar staan ze, drie trompettisten die mooie kerstliedjes spelen, alleen voor jou. Ik sta langs je en zie de tranen over je wangen rollen. Maar dan komt er ook een grote glimlach, van oor tot oor. Je pakt mijn hand en drukt er een kus op. “Bedankt,” zeg je “ want door jullie wordt deze kerst toch nog heel bijzonder.” En dit zijn de speciale momenten waarop ik extra trots ben dat ik kan zeggen dat ik verpleegkundige ben.

Monique Deelen-Meeuwsen
Verpleegkundige afdeling 4 algemeen