Handen wassen: Jong geleerd, oud gedaan



1 januari 0001

Zo simpel. En zo belangrijk. Wie zijn of haar handen op een goede manier wast, vermindert het aantal ziektekiemen en daarmee de kans op infecties. Een typisch gevalletje ‘Jong geleerd is oud gedaan’.

Bacteriën en virussen zitten overal. Dus zeker op onze handen. Wie in zijn ogen wrijft, eten met de handen aanpakt of een draadje tussen de tanden uithaalt, biedt ziektekiemen gratis toegang tot ons lichaam. Een infectie ligt dan op de loer. En dat is niet overdreven. Onderzoek wijst uit dat verkoudheid, griep en buikgriep eerder door de handen worden overgedragen dan door de lucht.

Hoe was je je handen nu goed? Een paar tips: Gebruik vloeibare zeep. Op een los stuk zeep kunnen micro-organismen achterblijven die een volgende persoon weer kunnen besmetten. Spoel de handen af onder stromend, bij voorkeur warm water. Wrijf de handen vervolgens goed in met zeep, smeer tijdens de wassende bewegingen alle delen van je handen goed in, ook de nagels, de bovenkanten, tussen de vingers, eventueel ook de polsen. Was tenminste 20 seconden lang en spoel dan goed af onder stromend water. Droog af aan een schone handdoek of (liever) aan een papieren wegwerphanddoek. Gebruik elke dag een schone handdoek.

Het gebruik van papieren doekjes is het meest hygiënisch, niet alleen voor de handenwasser zelf, ook voor de omgeving. Bij luchtdrogers, die vaak in openbare ruimtes hangen, worden bacteriën door de ruimte geblazen en op die manier verspreid.
Om de kans op het binnenkrijgen van ziektekiemen zoveel mogelijk te verkleinen is het nodig de handen regelmatig te wassen. Soms ligt dat voor de hand, voor andere momenten is het misschien een kwestie van bewustwording. Was je handen altijd op de volgende momenten:

• na elk toiletbezoek
• voor het contact met voedingsmiddelen, eten en bereiden hiervan
• na het contact met rauw vlees, zoals kip
• na contact met oppervlakken en voorwerpen die als besmet moeten worden beschouwd, zoals schoonmaakdoekjes, het afvoerputje, de vuilnisbak, de kattenbak, enzovoort
• na het schoonmaken van het huis, bv het toilet borstelen of na het dweilen
• na het verschonen van een luier
• na aanraking met bloed, slijm, braaksel of ontlasting
• voor en na het verzorgen van een wond, zoals het aanbrengen van zalf, verbinden
• na het snuiten van de neus, niezen, een hoestbui
• na het contact met dieren
• na het werken in de tuin

Jong geleerd is oud gedaan. Leer uw kinderen dus dat ze hun handen wassen na het toiletbezoek, maar denk er bijvoorbeeld ook aan om voor het eten of na het spelen in de zandbak samen de handen te wassen.

Bij de drogist en supermarkt zijn tegenwoordig handdesinfectans of handalcohols verkrijgbaar . Bij gebrek aan stromend water en vloeibare zeep biedt dit uitkomst. Thuis zijn deze middelen in principe overbodig.

Patricia Willemse
Deskundige Infectiepreventie