TUR-prostaat

Print

Inleiding

U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan uw prostaat. In deze folder leest u meer over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en de operatie. 

Prostaat

De prostaat is een klier die alleen bij mannen voorkomt. De prostaat ligt rondom de plasbuis (urethra), net onder de blaas en is normaal gesproken zo groot als een walnoot. Onder de prostaat ligt de sluitspier van de plasbuis. Deze zorgt ervoor dat u in staat bent om de urine op te houden.

Het zaadvocht dat door de prostaat wordt aangemaakt stroomt bij een zaadlozing door de zaadleiders via de penis naar buiten. Tussen de prostaat en de blaas zorgt een kleine sluitspier ervoor dat bij een zaadlozing het sperma niet in de blaas terechtkomt, maar naar de penis wordt afgevoerd. Hierdoor kunt u vlak voor, tijdens en na een zaadlozing niet of moeilijk plassen. 

Prostaatvergroting

Bij praktisch alle mannen treedt bij het ouder worden een geleidelijk toename in het formaat van de prostaat op. Dit is normaal. Niet alle mannen ondervinden hier hinder van. Een vergrote prostaat kan klachten geven bij het plassen. Wanneer de prostaat de plasbuis geheel of gedeeltelijk dichtdrukt, kunnen zich de volgende klachten voordoen: 

• Minder krachtige straal en soms nadruppelen; 
• Het duurt langer voor de eerste plas komt.
• Vaak, kort achter elkaar, kleine hoeveelheden plassen.
• De blaas niet goed kunnen leegplassen.
• Moeilijk om de urine op te houden.
• Meerdere keren ’s nachts uit bed om te plassen.

Doordat de plasbuis minder goed doorgankelijk wordt, kan de blaas soms niet meer goed geleegd worden. Dit kan leiden tot blaasontsteking, prostaatontsteking, of tot de vorming van blaasstenen. Als de prostaat verder groeit, kan het op een gegeven moment helemaal niet meer mogelijk zijn om te plassen. In overleg met de uroloog heeft u besloten dat u een operatie krijgt waarbij een deel van de prostaat wordt verwijderd.  

Afspraak polikliniek Anesthesiologie

Wanneer u wordt geopereerd, krijgt u voorafgaand aan uw opname een afspraak bij de polikliniek Anesthesiologie. De anesthesioloog bespreekt met u de verschillende vormen van anesthesie en welke bij u wordt toegepast. Ook wordt aangegeven welke medicijnen u wel en welke u niet mag gebruiken. Meer informatie leest u in de folder ‘Anesthesie’.  

Voorbereiding thuis op de dag van operatie

Belangrijk
Voor deze behandeling, ingreep of onderzoek dient u nuchter te blijven. Dit betekent dat u vanaf zes uur voor de opname:

• niets meer mag eten.
• niets meer mag drinken (u mag tot 2 uur voor de  opname alleen nog een beetje water drinken).
• niet meer mag roken.

Voorbeelden:

• Als u om 08.00 uur wordt opgenomen, mag u vanaf 02.00 uur ’s nachts niets meer eten en niet meer roken. U mag tussen 02.00 en 06.00 uur alleen nog een beetje water drinken.
• Als u om 14.00 uur wordt opgenomen, mag u vanaf 08.00 uur niets meer eten en niet meer roken. U mag tussen 08.00 en 12.00 uur alleen nog een beetje water drinken. 

Als u zich hier niet aan houdt, loopt u het risico dat tijdens de operatie maaginhoud in uw longen komt en dat kan levensgevaarlijk zijn. Dus niet nuchter zijn betekent altijd dat de operatie moet worden uitgesteld. 

Op de afdeling

Bij aankomst op de afdeling wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Zij maakt u wegwijs op de afdeling en beantwoordt eventuele vragen. Vervolgens wordt u voorbereid voor de operatie. 

De operatie

Bij een transurethrale resectie van de prostaat (TURP) voert de uroloog de ingreep uit via de plasbuis, dus via de natuurlijke uitgang. Resectie wil zeggen dat iets wordt weggesneden, in dit geval een deel van uw prostaat. Tijdens de operatie wordt de prostaat als het ware weg geschraapt. Dit is te vergelijken met het uithollen van een appel vanuit het klokhuis, waarbij uiteindelijk alleen de schil overblijft. De wand van de prostaat blijft dus achter, zodat de prostaat later toch nog kan aangroeien. Vervolgens wordt het weefsel uitgespoeld. Bij deze operatiemethode wordt de sluitspier vermeden en is de kans op incontinentie daardoor minimaal.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de verkoeverkamer. Wanneer u goed wakker bent, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. De verpleegkundige voert de nodige controles bij u uit. U heeft een infuus in uw arm. U heeft ook een blaaskatheter met spoelsysteem. In principe is dit gedurende twee dagen. De derde dag wordt in de ochtend de katheter verwijderd. U krijgt dagelijks een injectie om de kans op trombose te voorkomen. Medicatie voor de prostaat zal normaal gesproken na de ingreep gestaakt kunnen worden. Eventuele bloed verdunnende medicijnen kunnen worden herstart bij  drie dagen heldere urine. 

Opnameduur

Voor deze ingreep wordt u 2 nachten opgenomen in het ziekenhuis. U krijgt een controleafspraak mee als u naar huis gaat.                    

Weer thuis

• Uw urine kan nog wat bloederig zijn en plassen kan branderig aanvoelen. Dit kan soms enige dagen tot weken aanhouden.
• Het is belangrijk om, zeker zolang de urine bloederig is, goed te drinken, minimaal 2 liter per dag.
• Beperk alcohol inname!
• U mag 6 weken niet fietsen, geen zware fysieke inspanning verrichten en niet persen voor ontlasting.
• Wanneer u weer een zaadlozing mag krijgen, komt het prostaatvocht in de blaas terecht. U plast dit later uit. Dit kan geen kwaad.
• De uroloog spreekt met u af wanneer u weer mag beginnen met de bloed verdunnende medicijnen, meestal is dit als de urine 3 dagen helder is.

Belangrijk 
U neemt contact op indien:

• u hevig bloed verliest tijdens het plassen of het plassen van bloedstolsels;
• u niet meer kunt plassen;
• u koorts heeft meer dan 38,5 graden.

Tijdens kantooruren neemt u contact op met de polikliniek Urologie, telefoonnummer 0492 – 59 59 50. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp, telefoonnummer 0492 – 59 55 71. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan gerust contact op met de polikliniek Urologie,  telefoonnummer 0492 – 59 59 50, optie 2.

---