Waar gaat het met de zorg naar toe?



1 januari 0001

Het zal u niet ontgaan zijn. De zorg is denk ik nog nooit zo’n belangrijk onderwerp in de verkiezingsstrijd geweest. De uitgaven in de zorg stijgen zo snel, dat het voor iedereen duidelijk is dat er wat moet veranderen.

De introductie van de marktwerking heeft, zeker in de ziekenhuiszorg, geleid tot grote verbetering van efficiency en ook van kwaliteit. Het ’kijk en vergelijk’ dwingt ons scherp te zijn op het proces en de kwaliteit. Het heeft echter ook geleid tot een hogere zorgconsumptie, niet onlogisch bij marktwerking. In een markt is het immers vanzelfsprekend dat je streeft naar groei van volume of productie. Alleen daardoor is het mogelijk te innoveren. Moeten we nu, om de groei te temperen, de marktwerking overboord gooien? Nee, want door de marktwerking hebben de patiënt en de verzekeraar keuzevrijheid. En juist door die keuzevrijheid zullen wij altijd streven naar een goede prijs-kwaliteitverhouding. Dat wil niet zeggen dat er niets hoeft te veranderen: de patiënt uitleggen dat een behandeling nu geen zin heeft, of diagnostiek op dit moment overbodig is, is ook kwaliteit. Dat bespaart kosten en verbetert ook de kwaliteit. We moeten de tijd nemen om hierover na te denken. Dat geldt ook voor het verder uitbouwen van de ketenzorgprogramma’s voor chronische patiënten. Het is een overhaaste keuze om in 2013 weer een nieuw systeem  zoals populatiebekostiging (één budget voor alle zorg in de regio) te introduceren. Ik denk dat we inmiddels toch wel geleerd hebben dat snel opeenvolgende systeemwijzigingen (DBC, DOT, etc.) tot geldverslindende invoeringskosten leiden, zonder dat we zicht hebben op verbetering van  zorg of daling van kosten.

Mevrouw mr. W.H. van de Walle - van Veen, voorzitter Raad van Bestuur