Snurken. Alleen hinderlijk, of reden voor verder onderzoek?



1 januari 0001

“Dokter, waarom is er nooit eerder aan slaapapneu gedacht? Ik voel me sinds jaren eindelijk weer fit.” “Ik moest ontzettend wennen aan het neusmasker, maar nu kan ik niet meer zonder dat ding slapen.” “Mijn man is veel fitter! Ik slaap zelf ook veel rustiger nu ik weet dat hij geen ademstops meer heeft ’s nachts.”

Patiënten die na een proefperiode met een CPAP (een neusmasker) terugkomen op de polikliniek zijn bijna altijd positief. Naast de snurkbeugel (MRA) is dit masker een van de belangrijkste behandelingen bij slaapapneu.

Veel mensen snurken ‘s nachts. Dat is vervelend. Maar als er ook nog eens ademstops (apneu’s) bijkomen, wordt het soms zelfs beangstigend. En slaapapneu komt vaker voor dan gedacht. Bovendien zijn de gevolgen groot; vermoeidheid en slaperigheid overdag zien we met grote regelmaat terug.

Sinds ruim een jaar kunnen we de nachtelijke slaapregistratie (polygrafie) thuis uitvoeren. Tijdens het eerste polibezoek bespreek ik de uitslag met de patiënt en stellen we een behandelplan op. Veel patiënten krijgen dan eindelijk een antwoord op hun soms al jarenlang spelende vermoeidheidsvraag. Een masker of een beugel als mogelijke oplossing? Dat klinkt aanvankelijk niet zo prettig. Toch hoor ik bij controle voornamelijk positieve reacties.

Kom ik er ooit nog vanaf, dokter, vragen patiënten me ook vaak. Wel, de overgrote meerderheid van mijn patiënten niet. Dit heeft vaak te maken met overgewicht. Als daaraan gewerkt wordt, kán het verbeteren. Onlangs zag ik een patiënt terug nadat deze fors was afgevallen. Haar ernstig slaapapneu was over. Ze heeft haar apparaat kunnen inleveren! Dat is natuurlijk top. Helaas lukt dit maar bij een hele kleine groep.

Giny Clappers-Gielen, longarts